0%
Een cilinder bestaat uit een aan één zijde afgesloten cilindervormige huls, tweetaktcilinders hebben twee of meer openingen, voor onder andere spoelpoorten en de inlaat. Voor viertakt geldt het volgende: aan de afgesloten zijde wordt brandstof ingespoten. Bij een benzinemotor wordt die door middel van een ontstekingssysteem periodiek tot ontbranding gebracht.
Tweetakt en viertakt motorblokken zijn beiden zuigermotoren. Het verschil tussen de twee zit voornamelijk in de manier waarop het brandstof- en luchtmengesel de cilinder in gaat en de uitlaatgassen de cilinder verlaten.
Bij 2-takt gaat dit via de spoelpoorten.
Bij 4-takt gaat dit via de kleppen
Het is een klein verschil, maar zorgt er wel voor dat een 2-takt en een 4-takt totaal verschillen in hun voor- en nadelen.
De in- en uitlaatkleppen worden aangedreven door een nokkenas welke of direct (bij een bovenliggende nokkenas)de kleppen indrukt of indirect (bij een onderliggende nokkenas) de kleppen indrukt via stoterstangen. De aandrijving van een bovenliggende nokkenas geschiedt via een ketting, riem of tandwielen vanuit de krukas. De zuiger drijft via de drijfstang de krukas aan welke de op en neer gaande beweging omzet in een draaiende beweging.
Wanneer de zuiger naar beneden is, gaat de inlaatklep open en wordt de lucht aangezogen door de carburateur die de benzinedamp vermengd. Als de zuiger beneden is dan sluit de inlaatklep en gaat de zuiger naar boven. Wanneer de zuiger bijna boven is, ontsteekt de bougie het mengsel en word vervolgens met hoge kracht naar beneden geduwd.
Wanneer de zuiger beneden is, opent de uitlaatklep vervolgens gaat de zuiger weer omhoog en worden de verbrande gassen door de zuiger via de uitlaatklep naar buiten geduwd.
Vervolgens gaat de zuiger weer naar boven en sluit de uitlaatklep en opent de inlaatklep zodra de zuiger naar beneden gaat. Dit proces word vervolgens continue herhaald.
Comments(3)